Het volmachtkanaal verkeert in zwaar weer. Nadat vorig jaar de meeste volmachtgevers de volmachtbeloning met 1% hebben teruggeschroefd, verlaagt Nationale Nederlanden als eerste volmachtgever de volmachtbeloning met nog eens 2,5%.
De actie van Nationale Nederlanden zal niet op zichzelf blijven staan. Als er één schaap over de dam is, volgen er meer dus de andere volmachtgevers zullen Nationale Nederlanden in het kielzog volgen. In feite wordt de kwaliteitsbeloning, die in 2013 in de plaats kwam van de winstcommissie, de nek omgedraaid. Ik voorspelde dat al in mijn blog van vorig jaar september.
Natuurlijk past het bij de rol van brancheorganisatie NVGA om hier fel tegen te strijden. Het zal bij roepen blijven. De NVGA is helaas geen gelijkwaardige speler meer op het speelveld; de volmachtgevers bepalen de spelregels. Dat is de keerzijde van ‘groot’ worden. Door fusies en heroriëntatie is het aantal volmachtgevers drastisch verminderd. Dus stuivertje wisselen van volmachtgever gaat niet meer zo eenvoudig.
Het spel is nu echt op de wagen. En daarvoor wordt alles uit de kast gehaald. De voorzitter van de NVGA zegt in een interview met het FD dat verzekeraars beroepsgroepen met een hoge schadelast buiten de deur zetten. En dan hebben we het over taxi’s, recyclebedrijven, veehouderijen, saunaresorts, bandenopslagbedrijven, dakdekkers en verloskundigen. Bij mijn weten zijn dit risico’s, die niet of nauwelijks binnen de volmachttekening gesloten konden worden, dus ik mis de relevantie met het volmachtkanaal; als directielid van AON heeft de NVGA-voorzitter waarschijnlijk in dit verband als makelaar gesproken en dan is het een juiste constatering.
Wel relevant voor het volmachtkanaal is dat verzekeraars zware saneringsacties hebben doorgevoerd waarbij alleen nog maar het begrip ‘standaard’ geldt. De speelruimte voor gevolmachtigden is veel kleiner geworden. Het aantal pools is drastisch afgenomen; verzekeraars hebben geen zin meer om mee te tekenen op producten van anderen.
In volmachtland zijn er twee machtsblokken namelijk NN en a.s.r. Zij hebben de macht naar zich toegetrokken. Overleg bestaat nog nauwelijks en maatregelen worden eenzijdig opgelegd. De dialoog heeft plaatsgemaakt voor de controledrift van de volmachtgevers in de vorm van rapportagesystemen die zekerheid moeten bieden dat de volmachten zich aan de spelregels houden maar de praktijk zal uitwijzen dat die zekerheid slechts een schijnzekerheid is. Je zou zeggen dit biedt enorme kansen voor de kleinere volmachtgevers om het anders te doen maar de trend is dat zij slechts volgen.
Het gevolg is dat ook volmachtbedrijven zoeken naar schaalvergroting en voor een toenemend aantal huisvolmachten is de lol er af. De laatste tijd lezen we bijna wekelijks in de vakpers dat een volmachtbedrijf is overgenomen.
Uiteindelijk zullen er vier typen volmachtbedrijven overblijven:
- Serviceproviders voor bemiddelaars
- Serviceproviders als co-volmachtmodel voor gevolmachtigden
- Samenwerkingsverbanden
- Specialistische volmachten
De generalistische huisvolmachten gaan het zwaar krijgen. En als de volmachtgevers in hun controledrang, naast de verplichte functiescheiding, ook een taakscheiding gaan eisen dan betekent dit het einde voor de meeste huisvolmachten. Maar daarmee wordt het kind met het badwater weggegooid. Immers de grote middengroep bestaat uit huisvolmachten en dat zijn de grootste winstbrengers voor de verzekeraars.
Het is maar te hopen dat het de NVGA lukt om nieuwe volmachtcapaciteit te vinden in de vorm van nieuwe toetreders, die wel bereid zijn de dialoog aan te gaan en gericht zijn op langdurige samenwerking zoals de NVGA heeft beschreven in haar nieuwste position paper.