De laatste tijd lees ik steeds vaker over onverzekerbare risico’s binnen volmacht. Zelfs de voorzitter van de NVGA roept dat van de bühne. Ik snap er weinig van. De voorbeelden die genoemd worden zijn onder andere recycling- en taxibedrijven. Die risico’s zijn nog nooit standaard verzekerbaar geweest binnen de volmacht. De volmachttekening is sinds jaar en dag gericht op particuliere- en MKB-risico’s en zeker niet op industriële risico’s. Ook de afgegeven volmachtlimieten zijn ontoereikend om industriële risico’s te kunnen verzekeren.
De reden waarom dit soort signalen worden getoeterd, heeft meestal een directe link met het bedrijf waar deze toeteraars werken. Het zijn vertegenwoordigers van assurantiemakelaars of grotere intermediaire bedrijven die naast volmacht ook assurantiemakelaar zijn. En daar ligt wel degelijk een probleem. Het is voor makelaars niet eenvoudig om zwaardere risico’s volgetekend te krijgen maar dat heeft niets te maken met een beperking van de acceptatieruimte binnen de volmachttekening. Wanneer industriële risico’s binnen de volmacht mogelijk worden dan is het snel einde volmacht. Het verzekeren van industriële risico’s is echt een specialisatie en verreweg de meeste volmachtbedrijven beschikken niet over die benodigde kennis. Dat wil niet zeggen dat er geen uitzonderingen zijn. Er zijn zeker een handjevol volmachtbedrijven die bijzonder veel kennis hebben van een bepaalde doelgroep en voor dat soort volmachtbedrijven zouden uitzonderingen mogelijk moeten zijn.
Er is wel een andere trend in volmachtland waarneembaar die niet getuigt van het inspelen op de kennis en kunde van individuele volmachtbedrijven. De volmachtgevers hebben de macht naar zich toegetrokken en spelen ‘powerplay’. Afwijkingen zijn niet meer mogelijk. Standaardisatie is de regel. Dus alle producten moeten geconverteerd worden naar de nieuwste maatschappijproducten en tarieven. Alle volmachtbedrijven worden over één kam geschoren. Deze rechtlijnige manier van denken heeft weinig meer te maken met partnership. Bovendien zijn er genoeg volmachten die heel goed thuis zijn in een bepaalde regio of specifieke kennis hebben van een bepaalde doelgroep en risico’s beter kunnen inschatten dan de volmachtgever. In dit soort gevallen zou er ruimte voor afwijkingen moeten kunnen zijn. Gedifferentieerde volmachtverlening op basis van aantoonbare kwaliteit zou een wenselijke stap in de goede richting zijn.
Het steeds moeilijker kunnen verzekeren van panden met rieten daken is wel een aspect dat het volmachtkanaal raakt. Verzekeraars vergeten wel eens dat zij ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben en dan past het niet om panden met rieten daken niet meer te willen verzekeren. De kleine verzekeraar ‘Noorderlinge’ laat zien dat het wel kan. Daar geldt ‘Vakmanschap is meesterschap’. Voor de toonaangevende Nederlandse verzekeraars moet het toch mogelijk zijn om enkele specialisten aan te trekken om dit soort risico’s te kunnen verzekeren. En vanuit vakmanschap kan het nog rendabel ook. Dat is invulling geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid.